Néerlandais modifier

Étymologie modifier

Composé de livrei (« livrée ») et de jas (« manteau »).

Nom commun modifier

Nombre Singulier Pluriel
Nom livreijas livreijassen
Diminutif livreijasje livreijasjes

livreijas \Prononciation ?\ masculin et féminin identiques

  1. (Habillement) Manteau de livrée.
    • De witte benen recht voor zich uitgestrekt, de donkerblauwe livreijas met bloemen en linten getooid, de witte teugels strak aangetrokken, de sierlijke zweep op de rechter dij steunend en het hoofd onbewegelijk tussen de staande boorden ingeklemd, troonden de statige koetsiers op de hoge bokken, terwijl een steeds aangroeiende mensenmassa de rijk getuigde rossen monsterde, wier strak opgezette koppen bij elke beweging dikke vlokken schuim om zich heen wierpen, en de feestelijk uitgedoste, woordenkarige lakeien omtrent de geheimen hunner meesters trachtte uit te horen. — (Marcellus Emants, Jong Holland, Querido, Amsterdam, 1983)
      La traduction en français de l’exemple manque. (Ajouter)

Variantes orthographiques modifier