moerbeijam
Néerlandais modifier
Étymologie modifier
Nom commun modifier
Nombre | Singulier | Pluriel |
---|---|---|
Nom | moerbeijam | moerbeijams |
Diminutif | — | — |
moerbeijam \Prononciation ?\ masculin
- (Rare) Confiture de mûre.
Ter Zijde bezit tevens een winkeltje waar niet alleen artikelen van zijde, zoals handbeschilderde zijden sieraden zijn te vinden, maar op gezette tijden is er eveneens moerbeijam verkrijgbaar.
— (« Zijderups in het museum », dans Algeneen Dagblad, 1 octobre 1987 [texte intégral])
Variantes orthographiques modifier
- moerbei-jam (Orthographe de 2006)
Synonymes modifier
- moerbeienjam (Plus courant)