uitkomen
Étymologie
modifier- Dérivé par préfixation de komen.
Verbe
modifierPrésent | Prétérit | |
---|---|---|
ik | kom uit | kwam uit |
jij | komt uit | |
hij, zij, het | komt uit | |
wij | komen uit | kwamen uit |
jullie | komen uit | |
zij | komen uit | |
u | komt uit | kwam uit |
Auxiliaire | Participe présent | Participe passé |
zijn | komen uitd | uitgekomen |
uitkomen \Prononciation ?\ intransitif
- Mener (à), donner (sur).
De derde en laatste ingang van de metrohal onder het Stationsplein voor Amsterdam Centraal is vrijdag geopend. Metroreizigers kunnen nu gemakkelijk en rechtstreeks van en naar de stad lopen. Deze metrotoegang heeft drie roltrappen. Later dit jaar worden ook twee nieuwe liften, die in de hal uitkomen, in gebruik genomen.
— (Marieke van Gompel, « Laatste metrotoegang bij Amsterdam CS geopend » sur ovpro.nl, 22 juillet 2014. → lire en ligne)deze kamer komt op de straat uit
- cette pièce donne sur la rue
- Être juste, se réaliser.
de deling komt uit
- la division se fait exactement
wanneer het u uitkomt
- quand cela vous convient
- (Anatomie) Sortir, pousser.
tanden die uitkomen
- des dents qui percent
- (Botanique), (Zoologie) Sortir, éclore, surgir.
de bladeren komen uit
- les feuilles sortent
er zijn vijf eieren uitgekomen
- cinq œufs sont éclos
- Apparaître, s’ébruiter.
het geheim is uitgekomen
- le secret a été divulgué
- Résulter, aboutir.
uitkomen op
- déboucher (sur), aboutir, conduire (à)
- Reconnaître, admettre.
ervoor uitkomen dat men iets niet weet
- déclarer son ignorance
voor zijn mening uitkomen
- défendre, exprimer son opinion, avoir le courage de ses opinions, oser se montrer au grand jour, se manifester
voor zijn homosexualiteit uitkomen
- sortir du placard
- het uitkomen (van homosexualiteit)
- sortie du placard, coming-out
goed doen uitkomen
- mettre en valeur
Synonymes
modifier- mener
- être juste
- sortir
- naar buiten komen
- ontluiken
- ontspruiten
- te voorschijn komen
- uit het ei komen
- uitgaan
- uitlopen
- uitstappen
- uitstijgen
- uittreden
- verschijnen
- apparaître
- résulter
- reconnaître
Taux de reconnaissance
modifier- En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
- 99,2 % des Flamands,
- 99,3 % des Néerlandais.
Prononciation
modifier→ Prononciation manquante. (Ajouter)
- Pays-Bas : écouter « uitkomen [Prononciation ?] »
Références
modifier- ↑ Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]